
Dat hartverscheurende gehuil van je baby dat maar niet wil stoppen – elke moeder herkent het gevoel van machteloosheid. Je hebt je kleintje gevoed, verschoond en geknuffeld, maar die krampjes lijken gewoon niet over te gaan. Als je baby plotseling begint te huilen, zijn beentjes optrekt en zijn buikje hard aanvoelt, dan heb je waarschijnlijk te maken met die beruchte darmkrampjes. Het goede nieuws? Je bent niet alleen en er zijn écht dingen die kunnen helpen.
Wat zijn krampjes bij baby’s precies
Krampjes bij baby’s hebben meestal te maken met koliekachtige darmkrampen. Je baby huilt plotseling heel hard, trekt zijn beentjes op naar zijn buikje en zijn lichaampje voelt gespannen aan. Vaak zie je ook dat het buikje opgeblazen is en hoor je veel gerommel of wind. Dit verschijnsel start meestal rond de 2 tot 3 weken, wordt het ergst rond de 6 weken en verbetert gelukkig vaak na 3 tot 4 maanden.
Volgens de Rome IV-criteria spreken we van koliek als een baby meer dan 3 uur per dag huilt, meer dan 3 dagen per week, gedurende meer dan een week. Dat klinkt heftig, maar onthoud dat dit niet gevaarlijk is voor je baby – al kan het voor jou als ouder ontzettend belastend zijn.
Waarom krijgen baby’s eigenlijk krampjes
Het spijsverteringsstelsel van je baby is nog niet volledig ontwikkeld, waardoor voeding niet altijd makkelijk wordt verwerkt. Daardoor kunnen gassen ontstaan die pijnlijke krampen veroorzaken. Ook de darmbacteriën van je baby zijn nog aan het opbouwen, wat voor extra onrust kan zorgen. Sommige baby’s zijn gewoon gevoeliger voor prikkels uit hun omgeving – denk aan licht, geluid of drukte – en reageren daar met huilen op.
Soms speelt voeding een rol. Een klein percentage baby’s heeft last van koemelkeiwitallergie, maar dit is gelukkig niet zo vaak het geval als veel ouders denken. Roken in de omgeving van je baby kan ook krampjes verergeren, dus zorg voor een rookvrije omgeving.
Herken je deze alarmsymptomen
In de meeste gevallen zijn krampjes onschuldig, maar er zijn bepaalde signalen waarbij je direct contact moet opnemen met je arts of het consultatiebureau. Let op koorts, als je baby slecht drinkt of erg suf wordt. Ook galbraken (geel-groen braaksel), bloederige ontlasting of onverwacht gewichtsverlies zijn tekenen om serieus te nemen.
Vertrouw altijd op je moederinstinct. Als je het gevoel hebt dat er iets niet klopt, is het beter om een keer te vaak te bellen dan te weinig.
Bewezen manieren om je baby te helpen
Rust en voorspelbaarheid
Een rustige, voorspelbare routine helpt je baby om zich veiliger te voelen. Responsief troosten werkt beter dan je baby te laten huilen. Huid-op-huidcontact is een wonder middel – leg je baby op je blote borst en voel hoe hij rustiger wordt. Een draagdoek of ergonomische drager kan ook fantastisch werken, omdat je baby zich geborgen voelt en de zachte beweging kalmerend werkt.
Inbakeren kan help bieden, maar let er wel op dat je dit correct en veilig doet. Je baby moet nog steeds zijn heupen kunnen bewegen en natuurlijk nooit op zijn buik slapen als hij ingebakerd is.
Praktische trucjes die echt helpen
Probeer het ’tijgeren’ eens – leg je baby op zijn buikje over je onderarm, met zijn hoofdje in je handpalm. Veel baby’s vinden dit rustgevend en het kan gasjes helpen loslaten. Een zachte buikmassage met de klok mee kan ook verlichting geven. Zorg ervoor dat je baby goed boertjes laat, zowel tijdens als na de voeding.
Een warm badje werkt vaak ontspannend. De warmte en het gevoel van gewichtloosheid kunnen krampjes verlichten. Een fopspeen kan kort huilen verminderen, vooral als je baby behoefte heeft aan extra zuigen voor troost.
Voeding aanpassen
Geef kleinere, maar frequentere voedingen. Als je flesvoeding geeft, let dan op de flow van de speen – een te snelle flow kan voor extra lucht in het maagje zorgen. Zorg dat je baby rustig drinkt en niet te haastig.
Bij vermoeden van koemelkeiwitallergie – en dit doe je écht alleen in overleg met een arts – kun je een eliminatiedieet proberen. Als je borstvoeding geeft, betekent dit dat jij tijdelijk geen koemelkproducten eet. Bij flesvoeding kan de arts extensief gehydrolyseerde voeding voorschrijven.
Probiotica en andere hulpmiddelen
Lactobacillus reuteri DSM 17938 kan bij borstgevoede baby’s koliek verminderen. Het bewijs hiervoor is redelijk sterk. Bij flesgevoede baby’s zijn de resultaten wisselender. Bespreek dit altijd eerst met je arts of het consultatiebureau voordat je probiotica gaat geven.
Simeticon druppeltjes en venkelthee worden vaak aangeraden, maar het wetenschappelijke bewijs dat ze echt helpen is beperkt. Ze zijn wel veilig om te proberen. Paracetamol geef je alleen op advies van een arts – krampjes zijn pijnlijk maar meestal niet zo erg dat medicatie nodig is.
Veiligheid staat altijd voorop
Hoe verleidelijk het ook is om je huilende baby in de auto te zetten voor een ritje – doe dit niet als standaardoplossing. Het kan gevaarlijke slaapassociaties creëren en is niet veilig als je moe bent. Je baby slaapt het veiligst op zijn rug, op een stevig matras, zonder kussens of dekens. Als je inbakert, doe dit nooit in buikligging.
Beperk prikkels door bijvoorbeeld het licht te dimmen en zachte muziek op te zetten. Te veel nieuwe indrukken kunnen krampjes juist verergeren. Net als bij regeldagen heeft je baby soms gewoon rust en voorspelbaarheid nodig.
Wanneer naar de arts
Als je twijfelt over de oorzaak van het huilen, als je baby niet goed groeit of als de krampjes extreem lijken, neem dan contact op met je huisarts of het consultatiebureau. Zij kunnen andere oorzaken uitsluiten en je geruststellen.
Ook als jij als ouder het niet meer aankan, schroom dan niet om hulp te vragen. Krampjes zijn tijdelijk, maar de uitputting die ermee gepaard gaat is heel echt. Organiseer pauzemomenten voor jezelf en vraag familie of vrienden om af en toe over te nemen.
Licht aan het einde van de tunnel
Het belangrijkste om te onthouden is dat krampjes bij baby’s vanzelf overgaan. Meestal zie je rond de 3 tot 4 maanden een duidelijke verbetering. Je baby groeit uit deze fase, net zoals hij uitgroeit uit andere ontwikkelingsfases.
Geef jezelf de ruimte om te leren en te experimenteren met verschillende troostmethoden. Wat bij de ene baby werkt, hoeft bij jouw baby niet per se te helpen. En onthoud: je doet het goed, ook al voelt het soms alsof niets helpt. Deze moeilijke periode gaat voorbij, en dan kun je weer meer genieten van je prachtige kleintje.